Cobouw: Bouwkosten dalen eind 2020 met ruim 11 %
Een economie die net geleden heeft onder een lockdown als gevolg van een virusuitbraak vraagt om speciale aandacht en zorg van ons allemaal. Je wilt dan, althans dat vinden wij, met de grootst mogelijke zorg berichten over de status van de economie. Angst is altijd een slechte raadgever, maar bewust mensen bang maken voor gevolgen van een lockdown als we net weer aan het opkrabbelen zijn, is wel een hele slechte timing. Van een gerenommeerd instituut als Cobouw mogen we toch wel de grootst mogelijke zorg verwachten. Dit is op zijn minst een maatschappelijke verantwoording die Cobouw ten volle zou moeten dragen. Het verschijnen van dit bericht in de Cobouw heeft ons dan ook verbaasd en erg boos gemaakt. Dus onze maatschappelijke verantwoordelijkheid nemend, vinden wij het hoog tijd om zelf in de pen te klimmen.
Misschien wel helemaal geen daling!
Volgens het artikel in de Cobouw op 16 juni jl. dalen de bouwkosten in 2020 met 11% ten opzichte van het hoogtepunt dit jaar. Is deze verwachting realistisch?
Schaarste in de markt en aangescherpte regelgeving hebben in de afgelopen jaren geleid tot een aanmerkelijke stijging van de bouwkosten. Daarnaast heeft de regelgeving op het gebied van energieprestatie geleid tot een aanmerkelijke stijging van de installatiekosten. De impact van de regelgeving op de kosten laat zich goed voorspellen. Het moment van wijzigingen in de balans tussen vraag en aanbod en de daarmee gepaard gaande impact op de kosten zijn altijd een stuk lastiger te voorspellen. Zijn de gevolgen van COVID-19 op de bouwkosten dan überhaupt wel te voorspellen?
De bouwsector is een laat-cyclische sector waardoor economische veranderingen vertraagd doorwerken. Hoewel de impact per segment kan verschillen, is de verwachting van toonaangevende onderzoekers dat ook de bouwsector geraakt zal worden. De impact is afhankelijk van de verdere economische ontwikkeling die zich op dit moment lastig laat voorspellen. Dat blijkt wel uit de ramingen van De Nederlandsche Bank (DNB) die spreken van “een variatie in krimp van het bbp in 2020 tussen 3,4% in het milde scenario tot 11,8% in het zware scenario”. De overheid speelt als investeerder een belangrijke rol in de toekomst van de sector en daarmee ook het toekomstige prijsniveau. Kortom, er zijn veel onzekerheden waardoor wij de in de Cobouw vermelde verwachting weinig realistisch vinden. We zijn immers niet in oorlog, maar komen uit een lockdown. Een situatie waarin iedereen tijdelijk een lagere productie heeft gehad. De vraag is niet verdwenen en schaarste is gelijk aan voor de lockdown. Het zou dus maar zo kunnen dat het laat-cyclische karakter een dempende werking heeft op veranderingen van het prijsniveau in de bouwsector. Hierdoor kunnen de prijzen heel licht dalen of misschien wel helemaal niet. Sterker nog, een vraagstijging is ook zomaar mogelijk. Immers de virusuitbraak leidt tot nieuwe economische modellen. Bijvoorbeeld als gevolg van de 1,5m samenleving en toekomstige andere maatregelen in relatie tot het gebruik van huisvesting. Ook de stijging in vraag naar zorgcapaciteit en dus ook bouwprojecten hiervoor is een gevolg. Dit alles nog los van het eeuwigdurende woningtekort.
Wat is de verwachting?
Het advies dat wij onze opdrachtgevers in ieder geval geven, is om zich niet te laten beïnvloeden door glazen bollen en schreeuwende krantenkoppen, maar vooral strak te (blijven) sturen op de bouw- en installatiekosten in projecten. Natuurlijk moet je stil staan bij de actualiteit van de ontwikkelingen, maar met vraagstukken die wij als branche met een groeiende wereldpopulatie mensen naar 10 miljard in 2050 hebben op te lossen, lijkt het ons onzinnig projecten nu uit te stellen, omdat de prijs “straks” mogelijk lager is.